Koala’s. What else?

Koala’s. What else?

Koala’s spotten is een gevaarlijke sport. Ze zitten namelijk in bomen en dat betekent dat je omhoog moet kijken terwijl je over ongelijke grond loopt. En het is een marathon, geen sprint. Je moet ongeveer 6.000 bomen in kijken om één koala te spotten. Maar áls je ze dan ziet… té schattig! De beste koala’s zijn degene die je zelf spot, terwijl er niemand anders in de buurt is. Koala’s waar al andere toeristen onder staan of die je opmerkt omdat er een auto aan de kant van de weg stil staat, zijn net iets minder leuk.

Koala’s in een wildlife park zoals op Kangaroo Island tellen eigenlijk niet echt, maar omdat ze lekker in van die lage boompjes worden gezet kun je ze wel goed fotograferen. En heel soms: aaien… Koala’s vasthouden, dat doen wij dus niet, want koala’s zijn geen speelgoed en wij vermoeden dat ze dat gedoe met die toeristen niet leuk vinden. Rescue koala’s bekijken in een park is dan wel weer gaaf: in het park waar we waren worden een stuk of 20 koala’s opgevangen uit het verbrande deel van het eiland. Ze zitten in een apart, omheind stukje bos en worden in de gaten gehouden en bijgevoerd. Gasten mogen er eigenlijk niet naar binnen maar het was rustig en van de dame die ze ging voeren mochten we wel met haar meekomen. Konden we meehelpen tellen. Gaaf!

Maar de aller-, allerbeste koala’s zijn koala’s in je eigen tuin. Dat wil ik al sinds we in Australië zijn. En deze week was het zo ver! We hoorden een vreemd gebrul en omdat Erwin het wel wat als een bronstige koala vond klinken, ging hij even kijken. Zat er eentje in een boom vlak naast onze Airbnb! En het werd nog mooier, want toen we even later nog eens gingen kijken zat er nog een tweede koala in de boom ernaast. Wij hadden onze eigen koala’s! Yay……!!! Het geluk was van korte duur want voor het eind van de middag waren ze allebei alweer weg. Z**kkoala’s…

We hebben lang getwijfeld of we wel naar Kangaroo Island zouden gaan, want de afgelopen maanden is meer dan de helft van het eiland verbrand – inclusief naar schatting zo’n 30.000 koala’s. Op de westelijke helft van het eiland staat praktisch geen boom meer overeind; huizen waren er niet heel veel omdat het grotendeels een natuurgebied is. Maar de laatste weken lazen we veel oproepen om vooral wel naar het eiland te komen, omdat de mensen hier de inkomsten uit het toerisme hard nodig hebben. Behalve de ramp van de branden dreigt een economische ramp voor de 4500 permanente bewoners van het eiland. Daarom, en omdat het inmiddels ook weer veilig was, zijn we hier nu toch.

Door de bushfires verwoeste duingewas bij Vivonne Bay

Door de bushfires verwoeste duingewas bij Vivonne Bay

Onze Airbnb bevindt zich in Vivonne Bay, aan de zuidkant van het eiland, ongeveer op de grens van de branden. Je ontkomt er niet aan om af en toe door verbrande gebieden te rijden. Vaak zie je uitgebrande bermen; dat doet ons niet zoveel. Je ziet de eerste groene grasjes en plantjes alweer omhoog komen: die bermen herstellen zich wel. Soms kom je echt door grote zwart verkoolde vlakten: dat is naar en ongemakkelijk. En heel soms zie je de verbrande resten van een boerderij, een voertuig, of bordjes van etablissementen die ‘closed indefinitely’ zijn: daar worden we stil van. Ik voel me dan een soort ramptoerist, terwijl we dat juist niet proberen te zijn.

 

Ondertussen valt er in de niet getroffen gebieden nog voldoende moois te zien. Zoals Seal Bay, waar een kolonie Australische zeeleeuwen woont. Het eerder genoemde KI wildlife park. En, misschien wel mijn favoriet: Stokes Bay. Een groot wit strand met turquoise water, altijd goed natuurlijk. Om er te komen moet je door een soort rotstunnel lopen. Dat is een stukje grond met hele grote rotsblokken die zo dicht naast elkaar liggen dat je er kruip-door, sluip-door, al bukkend, doorheen moet. Na op die manier een meter of 50 ontdekkingsreizigertje gespeeld te hebben, sta je dan ineens op dat grote strand. Zo leuk! En als kers op de taart zagen we nog een dolfijn. Klein puntje van kritiek: het zeewater mag wel wat warmer. Wat een ellende! Je kunt wel voelen dat je hier maar 3880 km van Antarctica verwijderd bent.

 

Rotsen en wolkjes bij Stokes Bay

Rotsen en wolkjes bij Stokes Bay

Natuurlijk zijn we niet in een ruk van de 12 Apostelen naar Kangaroo Island gereden, dat hebben we in etappes van telkens drie dagen gedaan. De eerste etappe was naar Port Fairy, waar onze Airbnb een omgebouwde garage was, naast het huis van de eigenaren. Die waren aardig genoeg, maar het voelde een beetje raar dat we bij elkaar naar binnen konden kijken. Het plaatsje zelf is niet heel spannend, de Aussies noemen elke plaats met een kalkstenen gebouw uit de 19e eeuw al een ‘historical town’ maar wij leggen de lat ietsje hoger. Wel een aardige wandeling gemaakt rond Griffiths Island, waar een vuurtoren staat en waar veel pijlstormvogels broeden. Ook leuk was een bezoekje aan Tower Hill Wildlife Reserve. Dat is een beschermd gebied in een oude vulkaankrater, wat je goed kunt zien als je er omheen rijdt. Dat was na de kolonisatie door overbegrazing een kale bedoening geworden, maar in de jaren 60 hebben ze dat opnieuw beplant. En nu wonen er veel emoes, kangoeroes, koala’s, possums en andere lokale fauna. We hebben er niet al te lang gewandeld want het was bloedheet, maar toch een paar koala’s gezien en een paar emoes up close and personal begroet.

 

Zonsondergang boven de Camawald wijngaarden in Coonawarra

Zonsondergang boven de Camawald wijngaarden in Coonawarra

Na Port Fairy was het tijd voor weer een wijngebied: Coonawarra. Heel andere ervaring dan Port Fairy, ook met een Airbnb op het terrein van de eigenaar die er zelf ook woonde. Maar in dit geval stond de studio in een enorme tuin van een voormalige boerderij van een wat ouder echtpaar, en zaten we echt helemaal vrij, midden in de natuur en vlakbij de druivenplantages. Daar waren we op een avond nog bijna in verdwaald. We gingen bij schemer wandelen, want dat is de beste tijd om kangoeroes te spotten, maar het was natuurlijk al dik donker voor we weer terug waren. En de beschrijving van de wandeling die we bij ons hadden was niet super duidelijk.

 

De eigenaresse van de Airbnb, Sue, zorgde voor zelfgebakken brood en koekjes, en had een volle koelkast voor ons klaargezet met onder andere vier soorten huisgemaakte jam, rabarber en gekookte peertjes. En dat naast de lokale wijn en chocolaatjes die ze ook al op tafel had gezet. Zo gul hebben we dat nog niet eerder meegemaakt, heel fijn.

 

Ultra dunne stalactieten in de Naracoorte caves

Ultra dunne stalactieten in de Naracoorte caves

Behalve heel veel druiven heeft het gebied ten noorden van Coonawarra nog een andere trekpleister: de Naracoorte Caves. De enige Unesco World Heritage Site van South Australia, zo zie je overal. We hebben er drie bezocht: de belangrijkste, de Victoria Fossil Cave, waar heel veel fossielen zijn gevonden van megafauna van 50.000 tot 500.000 jaar geleden. Dat waren beesten als wombat, slangen en kangoeroes (met een platte snoet), maar dan veel groter dan we ze nu kennen. De Alexandra cave had mooie druipsteenformaties en de Stick-Tomato Cave had de beste naam. En je mocht er zonder gids in. En hij was gratis bij minimaal twee betaalde caves 😊. Bij een wandeling in de buurt hebben we een normaal formaat echidna en een paar wallabies kunnen bewonderen, altijd leuk.

 

Laatste stop voor Kangaroo Island was Robe. Van verschillende mensen hadden we gehoord dat dat zo’n mooi plaatsje was aan de Limestone Coast, maar wij waren niet enorm onder de indruk. Er zijn wel wat aardige oude gebouwtjes, maar dat is eigenlijk maar een klein straatje in een plaatsje dat verder veel niet al te mooie nieuwbouw heeft. Je zit natuurlijk wel dichtbij grote, stille stranden, maar daar was het deze dagen net iets te koud voor. Geen probleem; dagje gewerkt, wasjes gedaan, de omgeving verkend, en toen was het tijd om naar Cape Jervis te rijden vanwaar we de veerboot naar Kangaroo Island hebben genomen. Waar we overigens wel iets meer kangoeroes verwacht hadden! Misleidende marketing vind ik het. Maar goed, wij hebben mazzel gehad: wij noemen het voortaan gewoon Koala Island.

Over Miek

Laat een bericht achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *