Na 5 dagen en nachten in de camper begin ik langzaam een beetje bij te komen van mijn kampeerdepressie. Uiteindelijk verschilt het camperen in een 4WD niet zoveel van rondreizen in een goedgeveerde, ruime personenwagen met motelovernachtingen. Alleen is het bij motels een verrassing of je een goed bed krijgt of een slecht, en nu weten we vooraf dat we op een te korte plank slapen met drie dunne kussentjes erop. En in een motel zitten er maximaal 6 passen tussen je bed, keukentje en badkamer en op de camping pakweg 6o meter – onoverdekt. Maar het belangrijkste verschil is dat je in een motelkamer niet gemiddeld zes keer per dag heel gemeen je hoofd stoot. Anyway. Je bent met kamperen natuurlijk een stuk dichter bij de natuur, hetgeen in ons geval inhoudt dat we gek worden van de vliegen (tot vanmiddag) en de muggen (sindsdien) en ook dat we nat worden nu het regent.
Maar West-Australie blijft interessant en daar hebben we de afgelopen dagen al een stukje van gezien. Maandag zijn we van Dongara/Denison via Geraldton vertrokken naar Kalbarri. Daar hebben we de eerste stukjes van het National Park gezien, een aantal mooie uitkijkpunten bij rode rotsen aan zee. Het andere interessante deel van het park, de gorges van de Murchison river, hebben we voor dinsdagochtend bewaard. Altijd mooi die door rivieren uitgesleten kloven, maar wat zitten er veel vliegen! Zonder overdrijven heb ik zeker 100 vliegen geteld alleen al op Erwin’s rug, cameratas en hoed. Gelukkig hebben we eerder een vliegennetje aangeschaft voor over ons hoofd. Daarmee zien we er weliswaar belachelijk uit, maar het geeft wel rust omdat er even niets je ogen, mond, oren of neus kan invliegen – dat gebeurt anders wel. En sinds we ook een aantal locals met dit soort netjes hebben gezien, schamen we ons iets minder. Dinsdagmiddag moesten er kilometers gemaakt worden, (anders komen we nooit in Darwin! Na vandaag moeten we nog steeds 3200 km, en dat is als we de kortste weg nemen, wat we natuurlijk niet doen) dus reden we door naar de grootste plaats in Shark Bay, Denham.
Daar hoefden we ’s avonds niet te koken van onszelf, en gingen we lekker uit eten. We kwamen terecht in een restaurant dat geheel was opgetrokken uit schelpen. Die schelpen komen van Shell Beach, waar we onderweg naar Denham al even gestopt waren. Dat is een strand dat helemaal vol ligt met een dikke laag kleine witte schelpjes, en die blijken onder druk samen te gaan klonteren zodat je er blokken van kunt zagen waar je dan bijvoorbeeld een restaurant van kunt bouwen. Heel grappig om te zien! En het spul zorgt voor een bijzonder aangename akoustiek, want het dempt het geluid natuurlijk.
Vanuit Denham bezochten we woensdag Monkey Mia, een plaatsje dat er om bekend staat dat er al sinds de jaren 60 dagelijks dolfijnen aan het strand komen. Omdat ze gevoerd worden… eigenlijk dus een toeristenfuik van het foute soort, maar ja, we vinden dolfijnen nu eenmaal erg leuk en to be fair: ze worden alleen ’s ochtends gevoerd en ze krijgen maar 1/5 van wat ze dagelijks nodig hebben, dus ze leren het zelf jagen niet af. We hadden mazzel want kort nadat wij aankwamen kwam er weer een ploegje dolfijnen langs, en we konden de laatste voedersessie van die dag meemaken. ’s Middags hebben we meegezeild op een grote catamaran om nog meer wildlife te spotten. We hebben nog een paar dolfijnen gezien, een paar haaien (van bovenaf dus) en ook een dugong of zeekoe: Shark Bay bevat zo’n 10% van alle dugongs ter wereld. Leuk om te zien, maar van een afstandje is het niet heel veel meer dan een bruine blob in het water. Het was echter prachtig weer en het was hartstikke lekker om op het water te zijn.
Vandaag zijn we weer verder getrokken naar Carnarvon. We hadden eigenlijk in Shark Bay willen blijven omdat je daar een National Park – Francois Peron – hebt dat ons was aangeraden, maar de weg er naar toe was afgesloten. Het blijkt dat er afgelopen weekend in twee dagen tijd 300 mm regen is gevallen in de buurt, terwijl er in heel 2007 maar 30 mm is gevallen en in 2006 maar 3! Dat verklaart dus meteen de vele plassen die we deze dagen langs de kant van de weg hebben gezien, en het vele groen, dat overigens steeds uitbundiger werd naarmate we dichter bij Carnarvon kwamen. Hier regent het vandaag ook, en de voorspellingen zijn dat de regen in ieder geval de komende twee dagen nog aanhoudt. Hmm… het is de bedoeling dat we morgen naar Coral Bay gaan om van daaruit te duiken op het Ningaloo rif, maar eens zien of er wat van komt met dit weer…
arhartman
Hoi Miek,
van harte gefeliciteerd met je verjaardag…
Heb je het ook een beetje gevierd?
Gr. Anne-Rose
beng
Re je kampeerdepressie.. m’n hart bloedt hoor, Miek 😉