Op oversteekplaatsen moet je als voetganger nog steeds goed uitkijken want automobilisten (en eerlijk is eerlijk, niet allemaal!) rijden je gewoon plat.
Navigeren is ook lastig. Google maps doet alleen openbaar vervoer en Apple Maps weet dan wel weer de auto- en looproutes maar kent weer minder locaties in het Engels. De Koreaanse apps doen het goed. Maar ja, die zijn in het Koreaans. Gelukkig hebben we een auto met een heel goed Engels sprekend navigatiesysteem dat ons niet alleen keurig naar onze bestemmingen loodst, maar ook onvermoeibaar blijft waarschuwen voor de grote aantallen snelheidscamera’s, trajectcontroles, de eindeloze batterij aan verkeersdrempels (“A speed bump is a head”, sic) en blijft bang dat we bij iedere afslag de verkeerde weg inslaan (“Be careful not to take the wrong road”).
De echte uitdaging voor ons ligt ‘m bij de tolwegen. We zijn al twee keer per ongeluk doorgereden zonder te betalen. Er liggen dus al een paar bekeuringen op ons te wachten. We kwamen er ook achter dat je soms alleen maar met een lokale creditcard kunt betalen, zoals in sommige parkeergarages. Sta je daar voor die slagboom.
Onze nachtvlucht vanuit Bangkok begon al met flink wat vertraging en na aankomst op de luchthaven van Incheon begon het feest pas echt. Het was de eerste dag dat een nieuw Corona-regime inging. Iedereen die volledig ingeënt is en die zijn/haar/hun vaccinaties in het Q-Code systeem ingevoerd had, mocht het land in zonder eerst zeven dagen verplicht in quarantaine te hoeven gaan. Makkelijk toch? We hebben uiteindelijk meer dan twee uur in allerlei verschillende rijen staan wachten voordat alle checks en formuliertjes geaccepteerd waren en we op zoek konden naar onze bagage. En dan daarna meteen doorrrr naar de verplichte PCR-test. Dat ging op Phuket in Thailand allemaal vele malen efficiënter! Daar staat tegenover dat we wel elke dag (!), waar we ook zijn, per Security Alert (je weet wel, zoals de eerste-maandag-van-de-maand NL-alert berichtjes) op onze telefoontjes een update krijgen van het aantal lokale Covid besmettingen.
Incheon is de havenstad die net ten westen van Seoul ligt. Het is met zo’n 3 miljoen inwoners erg groot (de derde stad van het land na Seoul en Busan) en enorm in ontwikkeling. We hadden een AirBnB geboekt in Songdo, een grote wijk met veel hoge gebouwen, moderne architectuur en een groot park dat geïnspireerd is op Central Park in New York. In het oude centrum van de stad heb je een heus Chinatown, en het is een goede uitvalsbasis voor een aantal parken waar je goed kunt wandelen. Ondanks dat de lente was begonnen, was het voor ons wel even wennen aan de temperatuur: overdag zo’n 20 graden koeler dan we in Thailand gewend waren. Brrrr. Maar, we waren de hitte juist een beetje zat en we hadden weer zin om lekker te wandelen. Even doorbijten dus.
Het was ook even wennen dat appartementen hier heel klein zijn. Vaak niet meer dan een studio van amper 25 vierkante meter maar wel heel efficient ingericht. Waar ik zelf niet aan kan wennen, zijn de mini handdoekjes die ze je hier geven om je mee af te drogen: onze theedoeken thuis zijn groter. En dan heb ik het niet eens over die enorm harde bedden…
Na een aantal dagen zijn we verder getrokken naar die nog grotere stad, even verderop: Seoul. We hadden een AirBnB uitgezocht in de buurt van het grote centrale station zodat je makkelijk met bus, trein of metro alle kanten op kunt. Het appartement bevond zich in een gebouw in een nogal rommelig achteraf steegje in een woonwijkje naast het station. Wat vreemd, dachten we. Maar we kwamen er snel achter dat vrijwel alle woonwijken in de stad dit soort steegjes hebben. De oude dame die elke dag wel eventjes buiten zat op haar stoeltje tegenover ons huis, vond het allemaal wel interessant. Toen we haar in ons allerbeste Koreaans vriendelijk gedag begonnen te zeggen, verscheen de glimlach en kon het allemaal niet meer stuk.
Seoul is een erg leuke stad. Zeker als je de tijd neemt om nieuwe wijken te ontdekken. Omdat de stad zo groot is, ben je wel behoorlijk wat tijd onderweg. Zodra je het OV-systeem een beetje door hebt en je je eigen T-money card (een soort OV kaart) hebt, is het allemaal goed te doen.De belangrijkste toeristische attracties hadden we zes jaar geleden al bekeken en die hoef je dan niet perse nog een keer te doen. Dan is het juist leuk om door de uitgaanswijk Itaewon te slenteren, een restaurantje te bezoeken in de studentenwijk Hongdae, met heel veel andere mensen onder de lentebloesem te lopen in het Yeouido park of het hoogste gebouw van het land (555m), de Lotte World Tower, een keertje te bezoeken. We hadden het natuurlijk zo uitgekiend dat ons bezoek aan Seoul zou samenvallen met de verjaardag van Miek. Seoul heeft namelijk een aantal erg goede restaurants met genoeg Michelin sterren, zoals het 7th Door restaurant waar we fantastisch hebben gegeten met een verjaardagstaartje als bonus.
En over taartjes gesproken: Korea is ook het land van de dessertcafé’s. Daar kun je over het algemeen redelijk goede koffie krijgen dus ideaal om na het avondeten even binnen te hoppen. Kun je meteen een taartje als toetje nemen. Wel even op de calorieën letten! Als je koffie bestelt moet je heel duidelijk aangeven dat je ‘m warm wil (anders krijg je automatisch een ijskoffie) en de koffie is vaak een beetje slap dus een extra shot bestellen (You want extra hot?) is de moeite waard.
Nadat we na een weekje Seoul de auto hadden opgehaald (die we door wat communicatieproblemen niet zonder slag of stoot mee kregen), zijn we naar het Hantangang River Geopark gereden, een UNESCO site die een eindje ten noordoosten van Seoul ligt.
Al met al een bijzonder gesprek met deze gids die, merkten we later tijdens het vervolg van onze wandeling, ons best even had kunnen waarschuwen dat het pad dat we gekozen hadden halverwege afgesloten was waardoor we met behulp van Google Maps satellietbeelden een alternatieve weg hebben moeten zoeken. We vinden het nog steeds een klein wonder dat we niet per ongeluk in Noord-Korea zijn beland.
De volgende bestemming was Nami-eiland. Het prachtige eilandje ligt in een rivier en is beroemd en daarmee populair als bestemming geworden doordat het in verschillende Koreaanse films en TV series voorkomt. Eén daarvan is de serie “Winter Sonata”, een enorm populair romantisch drama waarnaar vaak verwezen wordt en waarvan op het eiland verschillende locaties terug te vinden zijn waar je jezelf (en je geliefde) voor eeuwig kunt vastleggen.
In de buurt van Sokcho, een vissersplaats, helemaal in het noord-oosten van het land, ligt het Seoraksan National Park. Hier hadden we zes jaar geleden al mooi gewandeld en we wilden hier nog wel een keer naartoe terug om een van de andere wandeltochten in het park te doen. Die pittige naar de top van een van de bergen dan maar. Flink klimmen maar het was zeer de moeite waard. Het prachtig mooie lenteweer hielp zeker mee.
We waren er op een zaterdag en dan is het druk. Zo druk dat je op de parkeerplaats je auto strak voor een andere auto zet en dan de autosleutel in de auto laat liggen zodat de parkeerwachters je auto kunnen verplaatsen als er iemand weg moet die geblokkeerd staat. Bijzonder vonden we. Maar kennelijk heel gewoon en we kregen aan het einde van de dag gewoon dezelfde auto weer mee ook al stond ie inderdaad ergens anders geparkeerd dan waar we hem hadden achtergelaten.
Omdat Sokcho een vissersplaats is, moet je er een traditionele seafood barbecue gegeten hebben. Toen we een van de betere restaurants bij ons hotel in de buurt betraden, kwamen we er achter dat we hier destijds ook al gegeten hadden. Ook nu was het weer een belevenis. Wist je dat Koreanen hun vlees en vis op de barbecue gewoon met een grote schaar in stukjes knippen? Dat gaat echt een stuk beter dan snijden.
De volgende stop was Gyeongju, nog weer wat verder naar het zuiden. Het is een plaats waar heel veel grafheuvels liggen uit de tijd van het Silla koninkrijk dat heeft bestaan van 57 v.Chr. tot het jaar 935. Die heuvels zijn bizar groot en domineren het landschap van de stad. Je hebt er ook een grote wijk met traditionele gebouwen die wel bijna allemaal zijn omgetoverd tot winkel, koffie-shop of restaurant maar waar je prima kunt rondslenteren.
Inmiddels zijn we aangekomen in Busan, met bijna 3,5 miljoen inwoners de tweede stad en de belangrijkste haven van het land, helemaal in het zuid-oosten van het schiereiland. Ondanks dat het een enorme stad is, is het iets relaxter dan Seoul. We hebben intrek genomen in een AirBnB appartement in de buurt van de levendige wijk Seomyeon waar je prima restaurants hebt en waar je, zeker in het weekend, je ogen uitkijkt naar de drommen (jonge) mensen die er samenkomen om uit te gaan. De stad heeft ook een aantal leuke stranden, waaronder het beroemde Haeundae beach maar ook het, zo kwamen we bij toeval achter, gezellige Gwangalli Beach met een heuse boulevard en enorm veel volle terrasjes vanwaar je een goed uitzicht hebt op de prachtig verlichte giga Gwangan brug, én met vuurwerk. Altijd leuk.En nee, we zijn niet met de trein naar Busan gegaan. Daar zitten teveel zombies in…
Thea
Die treinzombies wil je toch ook wel in het echt mee maken?
Luís Pires
Hehehe, weer een leuk verhaal 😘