Na een paar dagen in de Chaco bij de Mennonieten te zijn geweest, zijn we naar San Bernardino gereisd. San Bernardino, of Sanber, zou de plek zijn waar de ‘rich and famous’ van Asunción hun vrije tijd doorbrengen. In werkelijkheid is het de plek waar de nieuwe middenklasse z’n verworven rijkdom toont. Dat betekent met de jetski het meer op en ’s avonds op het dak van je giga pickup-truck met de stereo op tien naar de zonsondergang zitten kijken. Grappig om te zien. Niet perse onze manier van vrijetijdsbesteding. Het dorp en een aantal andere dorpjes aan het grote Ypacaraí meer zijn leuk om te bezoeken. Heel veel meer is er niet te doen ook omdat het water vaak te vies om in te zwemmen.
Ook Encarnación is een plek waar mensen komen om vakantie te vieren. Het ligt helemaal in het zuiden van Paraguay aan de Paraná rivier. De rivier is daar erg breed en vormt de grens met Argentinië. Je kunt Posadas, de Argentijnse stad, goed zien liggen. Dat is meteen het uitzicht vanaf het strand waar de toeristen die met name uit Argentinië komen, verpozen. Toch wel grappig om zo een kennelijk populaire badplaats te ontdekken die niet aan zee ligt. De andere grote attractie in de buurt zijn de ruïnes van de Jezuïeten Reducciones, de missies die na aankomst van de Jezuïeten in Paraguay in 1588 werden gesticht om de lokale bevolking, de Guaraní indianen, te bekeren. Na een wisseling van de macht in Spanje, besloot Koning Karel III in 1767 om een einde te maken aan de invloed van de Jezuïeten die prompt uit Paraguay werden verdreven. De missies zijn sindsdien verwaarloosd en er zijn nu alleen nog (deels herstelde) ruïnes te bezichtigen. De Jezuïeten hadden kennelijk destijds al goed door wat de betere plekken zijn om neer te strijken dus de ruïnes liggen op prachtige plekken en zijn de moeite waard om te bezoeken.Tijdens dit soort uitstapjes merk je goed dat toerisme in Paraguay erg onderontwikkeld is. Je komt maar heel weinig andere toeristen tegen en die zijn vrijwel nooit afkomstig uit westerse landen. Daar raak je aan gewend. Nu we, na twee weken Paraguay, in Salta in het noorden van Argentinië zijn aanbeland, is het behoorlijk omschakelen. De hele streek is veel toeristischer en dan hoor je voor het eerst in heel lange tijd weer je eigen taal in het wild gesproken worden.
De provincie Salta is zo aantrekkelijk vanwege de prachtige, ruige, landschappen. Maar ook vanwege de geweldige wijnen die hier geproduceerd worden. De wijngaarden behoren tot de hoogste ter wereld (boven de 1800 meter). De droge en arme grond is rijk aan mineralen en dat komt druiven als de Torrontés enorm ten goede. We kenden wijn van deze druif niet maar zijn om: het is een hele lekkere, aromatische, mineralige droge witte wijn die een goede kans maakt om onze nieuwe huis-slobber te worden. Mits we ‘m thuis kunnen vinden. Door de wijnproductie heeft de arme en dunbevolkte streek een enorme ontwikkeling doorgemaakt. We merken dat onder andere aan het niveau en de kwaliteit van het eten. Het is hier allemaal veel verfijnder en beter verzorgd dan alles wat we de afgelopen tweeënhalve maand voorgeschoteld hebben gekregen. Genieten dus!
Thea Campagne
Wat een avonturen hebben jullie weer beleefd! Gelukkig allemaal goed afgelopen. En wijn van de Torrentes druif kun je hier ook kopen. Wij drinken die ook graag!
Liefs, Thea