Een ander topic is de belangrijke vraag: “Welke stad is leuker, Sydney of Melbourne?”. Volgens een van de Uber chauffeurs in Melbourne die ook een tijd lang in Sydney woonde en werkte, is dat toch echt Melbourne. Want: “Melbourne is de stad van de studenten en hipsters. Hier gebeuren veel meer leuke dingen.”. Wij vinden dat dat iets genuanceerder ligt maar we begrijpen het argument wel. Stiekem denken we dat hij gelijk heeft.
De Uber chauffeur die ons naar het vliegveld van Melbourne bracht, bleek een super aardige 70-jarige man van Israëlische afkomst te zijn die het maken van ritjes puur als hobby erbij doet. Hij vindt autorijden leuk en geniet van de praatjes die hij kan maken met mensen van over de hele wereld. Ons dus.
Het gesprek gaat dan al gauw verder dan de bovengenoemde topics want: “Hoe zit het met de Corona perikelen in jullie land?”, en “Trump is tenminste een president die aanpakt!”. Dus.
Eenmaal aangekomen in Cairns, in het verre, warme, vochtige, tropische noorden van Queensland, halen we de huurauto op en zoeken ons Home-exchange appartement op. Dat blijkt een prima appartement maar wel eentje die duidelijk niet normaal bewoond wordt. Alleen het hoognodige aan meubilair en inrichting is aanwezig dus het doet nogal ongezellig aan. Hoewel er ook geen Internet aanwezig is, is het helemaal goed voor een dag of zes want er is genoeg te doen in de omgeving. Met alle Corona maatregelen die overal worden getroffen, hou je toch de gedachte in je achterhoofd: wat als we hier vast komen te zitten en we moeten hier verplicht in quarantaine?Met iets meer dan 150 duizend inwoners is Cairns de 14e stad van Australië. Het is dus klein maar het heeft wel een mooie boardwalk van een kleine kilometer langs de zee. Je kunt er prima flaneren maar omdat de stad aan een modderige lagune ligt, is er geen echt strand. De kleur van het water is met name bruin en doet erg denken aan de Noordzee. Niet heel aantrekkelijk, dus het nodigt niet uit om te gaan zwemmen. Dat is iets wat sowieso ten strengste wordt afgeraden want in het gebied wemelt het van de ‘salties’. De zoutwaterkrokodillen hebben een zouttolerantie en leven zowel in zoet als zout water. Je kunt ze dus in principe in elk open watertje aantreffen. Ze worden heel groot, heel oud en zijn erg gevaarlijk. Gelukkig kun je de waterkant niet bereiken zonder dat je struikelt over minstens zes waarschuwingsborden. En toch komt het soms nog wel eens voor dat er iemand wordt gegrepen. Tegen een saltie van vier of vijf meter lang maak je weinig kans. Meestal zijn het domme toeristen en die kunnen niet bij iedereen hier rekenen op enige sympathie. Als je zoveel waarschuwingen weet te negeren dan roep je het over jezelf af. “The crocs’ favorite flavor is stupid.”, hoorden we iemand zeggen.
De kuststrook ten noorden van Cairns heeft wel een aantal aardige stranden waar je kan zwemmen. Het water is nog steeds bruin maar het strand ziet er, zeker met de vele palmbomen, een stuk aantrekkelijker uit. Hier komen geen salties dus je kunt veilig het water in. Of nee, wacht! Het is ’stinger season’, het seizoen waarin het wemelt van de stekende kwallen in zee. Gelukkig heeft ieder strand zijn eigen met netten afgezette stukje zwemwater zodat je redelijk veilig een eind kunt gaan zwemmen. Een eindje. Het is eigenlijk meer pootje baden. En mocht je onverhoopt toch geprikt worden dan staan er overal flessen azijn klaar om de steek te verzachten. Niks aan het handje dus.
In het gebied rondom de stad is ook veel tropisch regenwoud. Daar is het vochtig (duh!) en dat betekent dat er veel prachtige watervallen zijn. De meeste kun je bezoeken en dan blijkt maar weer dat de Aussies het goed geregeld hebben; de wegen zijn prachtig, de wandelpaden keurig en de uitkijkplatforms super. In het woud moet het ook wemelen van de boom-kangoeroe’s en casuariussen. De boom-kangoeroe is een soort kangoeroe die zich, met kleinere achterpoten en meer ontwikkelde voorpoten, heeft aangepast aan leven in bomen. De casuarius is letterlijk een vreemde vogel. Groot (formaatje emu), kleurrijke kop en hij lijkt direct uit het dino-tijdperk te komen. We hebben enorm ons best gedaan maar helaas hebben we geen van beide beesten in het wild gespot.Salties hebben we wel gespot. Dat kun je prima doen tijdens een riviercruise op de Daintree River in het Daintree National Park. De rivier ligt zo’n 100km ten noorden van Cairns en de tocht er naartoe is mooi en je komt langs het laatste stadje van enig formaat zo ver naar het noorden: Port Douglas. Een prima plek om even te lunchen en te wandelen. De kapitein van onze cruise was een nuchtere Aussie (dit in tegenstelling tot de kapitein van de andere boot want dat was een Hollander) die ons dichtbij een aantal crocs bracht. De beesten zijn enorm groot, lelijk en lijken ook direct uit het dino-tijdperk te komen. Er was er eentje die kennelijk net een andere, kleinere, krokodil had gedood en probeerde die in z’n bek in stukken te scheuren. Een indrukwekkend gezicht. Tegen het einde van de cruise legde de kapitein de boot stil op een zandbank en zei, terwijl hij een stoffen zak onder uit de boot pakte: “Ik wil jullie wat laten zien”. We dachten nog dat ie daar een baby krokodil in had zitten maar, heel voorzichtig, haalde hij er een python van meer dan drie meter uit. De beste man bleek in z’n vrije tijd ook slangenvanger te zijn. Als je daar woont, is er een goede kans dat je een keer een slang, spin of vleermuis in je tuin of in je huis aantreft. Tja, en wat doe je dan? Deze slang had hij net bij iemand weggehaald en hij was van plan om ‘m later die dag ergens in de natuur terug te zetten. Mooi werk. En ook nog eens gratis want geheel vrijwillig.
Tussen de uitstapjes door hielden de Corona ontwikkelingen ons ook bezig. We zagen de wereld langzaamaan steeds verder op slot gaan. Steeds meer landen namen steeds verdergaande maatregelen en steeds meer vluchten van en naar Australië werden gecanceld. Er kwam een oproep van overheden om zo snel mogelijk naar huis te komen. We waren nog steeds van plan om na zes dagen Cairns door te vliegen naar Japan om daar nog zeven weken rond te trekken. Het leek nog steeds mogelijk. Maar de situatie veranderde met de dag en omdat we op een gegeven moment niet meer met zekerheid konden zeggen of we überhaupt nog wel weg zouden kunnen komen, hebben we de knoop doorgehakt en besloten om de vlucht naar Japan met twee dagen de te vervroegen. We dachten dat als we eenmaal in Osaka zouden zijn we wel zouden kunnen kijken of we onze KLM vlucht van 5 mei konden laten omzetten naar een vertrek ergens in de komende dagen. In afwachting daarvan hadden we prima een aantal dagen in Kyoto kunnen doorbrengen. Geen straf!Toen we al lang in de rij voor de incheckbalie voor onze vlucht naar Osaka stonden te wachten, werden wij, en alle andere Europeanen, uit de rij gepikt. Met een vervelende mededeling. De Japanse autoriteiten hadden plots die ochtend een visumplicht ingevoerd voor Europese paspoorthouders. Dat wist niemand en er was geen mogelijkheid om zo’n visum ter plekke nog te regelen. Dat betekent dat je domweg het land niet in mag. En als je het land niet in mag, neemt de luchtvaartmaatschappij je ook niet mee. Tenzij je een ticket kunt laten zien van een vlucht naar je eindbestemming binnen 72 uur na aankomst in Japan. In dat geval mag je mee. Maar omdat je niet door de douane mag, moet je wel in transit blijven wachten. We hebben terwijl we bij de balie stonden op onze mobieltjes tickets gekocht voor de KLM vlucht vanaf Osaka van de volgende dag. Dat betekende dat we toch mee konden maar ook dat we 15 uur op het vliegveld in Osaka in transit zouden moeten wachten. Bedden zijn er niet dus je bent aangewezen op de bankjes bij de gates om wat te slapen. Door de haast-actie hadden we geen schone kleren of toiletspullen apart gehouden. Het werd een lange nacht, wetende dat de vlucht naar huis ook nog eens 12 uur zou duren.
We hebben het overleefd en nu zijn we, gezond en wel, plots weer thuis. Dat is omschakelen. En het is natuurlijk een teleurstelling. Maar er zijn genoeg horror-verhalen van mensen over de hele wereld die echt gestrand zijn, geen logeerplek hebben en die voorlopig nog niet thuis zijn. Wij hebben nog een normale prijs voor onze tickets betaald terwijl anderen soms noodgedwongen het tienvoudige kwijt waren om toch maar zo snel mogelijk thuis te kunnen zijn.Alles is relatief. Die reis maken we wel weer een keer af. Eerst maar eens kijken hoe het de wereld vergaat. Voorlopig wachten we het in afzondering af (want je weet nooit wat je na twee intercontinentale vluchten aan virussen te pakken hebt) en kijken we terug op drie fantastische maanden reizen. Wat er ook gebeurt, dat pakken ze ons niet meer af.