Die avond bleek echter dat we maar een beetje pech hadden, want onze tassen zaten bij de batch van 28 tassen die dezelfde zaterdagavond nog bezorgd werden. De dame van Fiji Airways moest uit het restaurant gehaald worden zodat ze het kantoor kon open doen waar onze tassen nog stonden, maar toen hadden we ze. Omdat op zondag alles in Tonga dicht is en er ook niet gevlogen wordt, moesten de laatste 6 mensen tot maandag op hun koffers wachten. Niet relaxed.
Het was altijd al stil op zondag in Tonga want het land is christelijker dan Staphorst, maar per 1 juli van dit jaar zijn de wetten aangescherpt en mogen er helemaal geen commerciële transacties uitgevoerd worden tijdens de sabbat. Hotels mogen wel open blijven, maar als ze een restaurant hebben, mag dat alleen voedsel aan de eigen gasten serveren. Lekker dus, als je iets in de toeristische sector doet… Tonga is er dan wel trots op dat ze als enige eilandengroep in de Pacific nooit door Europeanen gekoloniseerd zijn, ze hebben duidelijk niet aan de missionarissen weten te ontsnappen. Wat dat betreft is de sfeer niet heel anders op Tonga dan bijvoorbeeld op de Solomon Eilanden.
We hadden zaterdagmiddag weliswaar wat boodschapjes gehaald, maar onze Airbnb host Tim was bang dat we op zondag niet voldoende te eten zouden krijgen, dus hij nodigde ons uit voor een barbecue met zijn vrouw en wat vrienden. Vava’u is duidelijk een trekpleister voor westerse mannen van middelbare leeftijd en daarboven, die al dan niet aan een lokale dame blijven hangen. Zoals een van de expats later zei: op Vava’u vind je misfits, mercenaries, missionaries & military. Wij hebben vooral mensen ontmoet van de eerste twee categorieën, mensen van wie je snapt dat ze niet helemaal lekker passen in ons standaardplaatje van druk doen en geld verdienen. En om heel eerlijk te zijn, met al het nare nieuws van de afgelopen weken over aanslagen en coups, lijkt het steeds aantrekkelijker om hier een tijdje neer te strijken, waar je van dat soort ellende in ieder geval nul komma nul last hebt. Het ergste wat je hier kan gebeuren is dat er een grote (enorme!!) spin in je badkamer zit of dat het restaurant niet alle gerechten op het menu serveert omdat sommige ingrediënten tijdelijk niet te krijgen zijn…
Hadden we maar een vak geleerd! Ik ben bang dat Erwin en ik te weinig praktische skills hebben voor het eilandleven. Al vertelde Ian, een Ozzie die een lodge runt en ook de plaatselijke coöperatie van vanillekwekers, dat hij een groot deel van de kennis die hij nodig heeft om zijn ‘zero waste’ beleid ten uitvoer te brengen, van YouTube heeft. Filmpjes kijken, dat kunnen we. Een andere, hele stoere Ozzie die we ontmoetten heeft een huis gebouwd op een afgelopen plek in de Solomon Eilanden. Zijn doorbraak kwam toen hij een item mocht maken voor Shark Week op National Geographic channel, en nu gaat hij met een filmploeg werken die een nog intact vliegtuig uit de Tweede Wereldoorlog hebben ontdekt, dat begraven ligt in de modder. Die gaan ze uitgraven en herstellen zodat hij weer kan vliegen, en daar wordt een documentaire van gemaakt. Hoe cool is dat? Erwin is hevig jaloers…Wij hebben in ieder geval tien dagen de tijd gehad om eilandbewoner te spelen in Vava’u. Een van de dingen die Tonga uniek maakt is dat je hier met walvissen kunt zwemmen, maar dan moet je wel de mazzel hebben dat ze opduiken en je in de buurt laten. Wij hebben twee dagen op een boot doorgebracht en weliswaar een aantal walvissen gezien, maar er niet mee kunnen zwemmen. Reden om nog een keertje terug te gaan naar Tonga, maar dan later in het seizoen. Voor het duiken hoeven we niet terug te komen, dat hebben we ook twee dagen gedaan maar was niet heel spannend, en wel heel koud. 24 graden! Wel een paar leuke swim-throughs en grotten gezien, trouwens. De laatste vijf dagen zaten we op een ieniemienie eilandje in een klein resort dat door iemand zeer correct als ‘rustic’ werd omschreven, en daar hebben we ook nog lekker een dagje gezeild in een Laser-achtig bootje. Hij maakte wel aardig wat water tegen het einde van de tocht maar dat mocht de pret niet drukken. Al met al vonden we Vava’u prachtig, fantastisch mooi groen, heel vriendelijk, en heel knus: na een paar dagen heb je het idee dat je ‘iedereen’ kent en kom je ook voortdurend mensen tegen waar je even mee kunt babbelen.
James Cook noemde Tonga dan ook zo’n driehonderdvijftig jaar geleden al ‘the friendly islands’. Dat deed hij onder andere omdat hij en zijn bemanning werden uitgenodigd voor een groot feest, ongetwijfeld met traditionele dansen, kava en maaltijden uit de umu, een grondoven. Wat hij niet in de smiezen had, was dat dat een list was om de hele bemanning bij elkaar en weg van de schepen te krijgen, want de plaatselijke chiefs waren van plan om alle gasten te vermoorden en hun eigendommen in te pikken. Gelukkig voor Cook kregen ze onenigheid over het tijdstip waarop dat moest gebeuren en leidde dat er toe dat ze het maar helemaal lieten zitten. Tonga verkoopt zichzelf nog steeds als ‘the friendly islands’ en wat ons betreft klopt dat inmiddels ook echt.
Na tien dagen Vava’u zitten we nu in Nuku’alofa, de hoofdstad van Tonga, op het eiland Tongatapu. Hier is het landschap wat vlakker, er zijn niet zo veel kleine eilandjes om het hoofdeiland heen, en we hebben al twee rotondes gezien in het stadje, waar het overigens een stuk eenvoudiger is om fatsoenlijke koffie te krijgen dan op Vava’u, dat dan weer wel. Het is hier ook een paar graden minder warm en dat schijnt ook voor het water te gelden, dus hier gaan we zeker niet duiken. We hebben voor de komende twee dagen een auto geregeld om het eiland te gaan verkennen en we hebben een kaart met alle toeristische attracties – niveau blowhole, grot, strand, driekoppige palmboom en miniversie van Stonehenge bestaande uit drie stenen, dus we gaan ons vast goed vermaken!En nu is het borreltijd dus gaan we een drankje doen… ‘ofa atu! Dat betekent iets als ‘mijn liefde voor jou’ en is de plaatselijke versie van proost. ‘Ofa atu!