Er is geen directe vlucht van Samoa naar de Cook Islands. Niet meer in ieder geval… De enige optie is om via Auckland, Nieuw Zeeland te gaan. Hmmmm.. Klinkt als een enorme omweg. En dat was het ook! Afgezien van de extra tussenstop kruis je ook nog eens twee keer de internationale datumgrens. Om het nog ingewikkelder te maken, deden we dat ook nog eens rond middernacht. We verlieten Samoa op 3 oktober en kwamen op 5 oktober in Auckland aan. Daar ging dierendag dus al. Nadat we Auckland op 5 oktober ’s avonds verlieten, kwamen we vlak voor middernacht aan op de Cook Islands. Op 4 oktober dus. Zondag de 5e hebben we twee keer meegemaakt: een soort ‘Groundhog Day’ eigenlijk…
Het aardige aan een tussenstop in ‘bewoonde wereld’ is dat je eindelijk die dingen kan inslaan die al heel lang geleden op geraakt waren (of stuk) en die je maar nergens kon vinden tijdens het eilandhoppen; Een reisgids van Zuid Amerika (eindelijk!). Een vervanging van de dooie camerabatterij die ik in Kuala Lumpur had aangeschaft. Wat shirtjes en wat toiletspullen. Het nadeel van een tussenstop in Auckland is dat het er deze tijd van het jaar nog t*ring koud is.. Vergeleken met waar we vandaan kwamen dan. We waren al bijna vergeten dat we ook jassen en truien hadden gepakt.
De Cook Islands (14.000 zielen, 15 eilandjes met een oppervlak van in totaal 241 vierkante kilometer, verstrooid over 2 miljoen vierkante kilometer open zee en naar de beroemde kapitein vernoemd) zijn echt ver verwijderd van de ‘echte’ wereld. Het zijn klassieke tropische eilanden met witte stranden, glasheldere lagunen en heel veel kokospalmen. De mensen spreken Cook Island Maori en Engels, maar dan wel vaak met een Nieuw Zeeland’s (Kiwi) accent. Huh? Nou ja, het was dan ook Nieuw Zeeland’s territorium totdat het in 1965 zelfbesturend werd. Het zal dan ook niet verbazen dat de nationale munteenheid de kiwi dollar is…
Onze eerste paar dagen op Rarotonga, het hoofdeiland, waren erg rustig en hebben we eigenlijk weinig gedaan. We moesten tenslotte bijkomen van al onze tijdreisperikelen. Luieren op het strand, boekjes lezen met één oog op de lagune… Maar sindsdien hebben we al het hele eiland rondgefietst (alle 32 kilometers!) en de ‘cross island track’ gelopen (gisteren). Onze Lonely Planet gids deed ons geloven dat de track (3 tot 4 uur) prima alleen, zonder gids, te lopen was en niet al te moeilijk zou zijn. Wat ze even vergeten waren te vermelden, was dat het meer klimmen dan lopen was, erg modderig en glibberig, en dat je het risico liep natte voeten te krijgen bij het – meermaals – oversteken van een stroom. Bovendien was er een aardverschuiving geweest waardoor het pad deels anders was (en de kans om te verdwalen gestegen was tot bijna 100%) en veel lastiger. We hebben het uiteindelijk in zo’n 4 uur gered na een zware tocht die soms echt niet leuk meer was (nietwaar Miek?). We kwamen onderweg een ander koppel tegen dat iets voor ons gestart was en op een gegeven moment besloot om om te draaien en een andere route te proberen. We weten nu dat dat waarschijnlijk niet zo’n slimme beslissing was en we zijn een beetje bang dat ze nu nog ergens in de bergen rondzwerven.
Gisteren was het ‘Island Night’ in het Rarotongan Resort. Dat is een groot buffet en show met traditionele muziek en dans. Leuk, al was het wel een beetje toeristisch, maar kennelijk wel een ‘must see’ als je in de Cook Islands op bezoek bent. Vandaag hebben we weer de bus naar de stad (dorp, Avarua) genomen om onze haren eindelijk weer eens te laten knippen (ooohjeee wat is het kort!) en… te shoppen voor zwarte parels! Yep… Miek had besloten dat ze authentieke zwarte parels wilde hebben als souvenir uit de Cook Islands. En ze zijn prachtig!