Omdat het gezonder is om een dag voor je gaat vliegen niet te duiken en we vanavond laat naar Yap gaan, hadden we bedacht dat we vandaag onze voetjes eens droog gingen houden, en hebben we een ‘land tour’ onder begeleiding van een gids geboekt, ook al vonden we het voorstel behoorlijk prijzig. Maar wat we tot nu toe gezien hebben van de Palause eilanden was zo mooi dat het zonde leek om er niet wat meer van te bekijken. Kijk maar of je kunt achterhalen hoeveel denkfouten er in de vorige twee zinnen zitten!
Het grootste eiland van Palau, Babeldaob (ik heb het ook wel eens als Babeldoab geschreven zien worden trouwens, volgens mij zijn ze er nog niet uit) heeft een weg van een kilometer of 80 die het hele eiland rond gaat. Die gingen we dus ‘doen’. Onderweg zijn we bij maar liefst 3 bezienswaardige plekken gestopt, waarvan je dan als argeloze bezoeker denkt dat dat het beste moet zijn wat het eiland te bieden heeft. De eerste stop was een waterval. Om er te komen moest je een eindje klimmen door een mooi, maar steeds modderiger wordend bos. Ook moest je door kniehoog water een rivier doorwaden, maar dat had niemand ons verteld! Wij hadden braaf onze hikingschoenen en niets anders bij ons, dus we besloten om de waterval dan maar de waterval te laten, en op de terugweg ergens onze lunch op te eten. Goed plan, totdat het plotseling enorm begon te gieten… echt zo’n tropische stortbui waarvan je in een mum van tijd van top tot teen doorweekt bent. En toen moesten we nog aan de terugweg beginnen.
De tweede site was een archeologisch hoogtepunt, een plek waar een aantal grote stenen staan, monolieten, die daar een jaar of tweeduizend geleden zijn neergezet. Wie dat gedaan heeft, hoe of waarom, is niet bekend. Wat zullen we daarvan zeggen? Monoliet is een veel te interessant woord voor een groot stuk zwarte steen, want dat waren het, en dan waren ze nog niet eens netjes neergezet ook. Stonehenge staat tenminste nog in een cirkel en doet iets slims met de zonnewende of zo, maar hier kon je niets van maken. De stenen, een stuk of 20 in totaal, staan wel op een mooi plekje met een goed uitzicht op de oceaan, dat wel. Jammer dat er nog steeds donkere wolken boven hingen.
De laatste stop was bij Palau’s State Capitol. Wow, dat is een lelijk gebouw! Het is wel waar: je moet het zien om te geloven. Het heeft een beetje het model van een Amerikaanse State Capitol, met zo’n koepel, maar dan is het verder opgelelijkt met fake griekse zuilen en kitschige lokale afbeeldingen – hoewel die op zich wel aardig waren. En wat ze daarnaast nog bedacht hadden: een muziekje, dat vrolijk uit luidsprekers op de verschillende parkeerplaatsen schalde. Amerikaanse country & western! Nou ja, we hebben buiten het gebouw wat gefotografeerd (je mocht er niet in), maar niet al te veel, want het begon alweer te regenen.
Onze gidsen, een moeder en dochter die ons vanwege haar MP3 speler en mobieltje wel een beetje aan Tessa deed denken, brachten ons daarna weer naar The Carolines. Maar niet voordat ze ons nog even hun mening gaven over de vele Filippijnse immigranten in Palau. Om een heel lang verhaal kort te maken: als je naar Palau gaat, wat wij nog steeds een aanrader vinden, ga dan lekker duiken, misschien een stukje kajakken, maar sla de land tours maar over!