Bounty Island ligt in de Mamanuca-groep in Fiji en is het laatste eiland waar we een paar dagen doorbrachten op Fiji. Het zit qua uitstraling en gasten een beetje tussen de twee Yasawa-eilanden die we eerder bezocht hadden in: veel backpackers maar ook wel wat gezinnetjes, een minder mooi strandhutje dan in Botaira maar wel een met warm water… en ook hier zingt de staf ’s avonds Isa Lei – kennelijk een heel bekend afscheidslied in Fiji – voor de vertrekkende gasten. Het wordt meerstemmig gezongen en klinkt best heel mooi en gepast droevig. Na 3 weken Fiji is mijn eindconclusie dat het een fantastische vakantiebestemming is voor de Ozzies en Kiwis, maar dat het niet echt de moeite waard is om bijvoorbeeld in drie weken vanuit Nederland te doen. Niet dat het niet vriendelijk is en mooi en exotisch, want dat is het wel, maar er zijn Caribische eilanden die net zo mooi zijn en wel drie keer dichter bij huis. Als je toch in de buurt bent zoals wij, daarentegen…
Op 23 september ’s avonds laat vlogen we verder naar het oosten naar Samoa, waar we op 23 september ’s ochtends vroeg aankwamen. Onze tweede oversteek van de datumgrens! Ik blijf het grappig vinden, maar wel lastig om hotels en vluchten te boeken zo rondom een oversteek. Onze eerste nacht in Samoa moest ik boeken voor 22 september terwijl we pas de 23e zouden vertrekken! Very confusing… 😉
We hebben een autootje gehuurd om de twee grootste eilanden van Samoa te verkennen. Al rondrijdend zijn er een aantal dingen die opvallen. Zo stikt het hier werkelijk van de Christelijke kerken. Ieder dorpje, hoe klein ook, heeft er minimaal eentje, bij voorkeur een die groter en mooier is dan in het dorp er naast. Gezien de inscriptie op het onafhankelijkheidsmonument in de hoofdstad, Apia, is dat niet zo heel verwonderlijk: “Samoa is founded on God”, staat er… of er een oorzakelijk verband is weet ik niet, maar een tweede ding dat opvalt is dat iedereen hier ontzettend veel aandacht aan zijn tuin besteedt. Kleurige heggen en bloemperken, zelfs bij het rottigste hutje, zie je werkelijk overal. Samoa ziet er daardoor heel keurig en netjes – maar wel jaren 50-achtig -uit, ook al is het best een arm land.
Nu hebben veel mensen ook wel een heel goed zicht op hun tuin, dus het loont waarschijnlijk de moeite om die een beetje knap te houden. De traditionele huizen hier, fales genaamd, hebben namelijk geen muren. Een verhoogde vloer, pilaren om het dak omhoog te houden, een dak – maar geen ramen, deuren, of muren dus. Een waar paradijs voor voyeurs! Veel mensen hebben wel plastic of van palmbladen gevlochten doeken om tussen de pilaren te laten zakken als het regent of donker is, maar privacy staat hier niet hoog in het vaandel, dat is duidelijk. De meubels bestaan vaak uit wat stoelen, een bank, een matras met een muskiettennet er om heen, een kast, soms een koelkast, en vaak een tv. Er zijn ook ‘beach fales’ te huur voor toeristen. Aangezien wij toch iets meer waarde hechten aan privacy en comfort, zijn we blij met de wat luxere beach bungalows die je gelukkig hier ook hebt. Met prachig uitzicht op zee en de soms dramatische branding.
Upolu, het eerste eiland waar we nu zijn, is erg groen. Kan ook niet anders; het is echt tropisch en een stuk warmer en vochtiger dan in Fiji dus alles groeit en bloeit als een tierelier. Het aardige is dat als je bijvoorbeeld één van de vele watervallen of de To Sua Trench (een paar enorme grote en diepe gaten in de grond die met elkaar én de zee in verbinding staan) gaat bekijken, je dat vaak via een prachtige en weelderig begroeide tuin doet. Het is leuk om hier rond te rijden; er is veel te zien en de mensen zijn aardig. Een keerzijde van dit ogenschijnlijk paradijselijke land is dat de samenleving hier draait om de gemeenschap waarin mensen geboren worden en opgroeien. Alles en iedereen is ondergeschikt aan die gemeenschap waardoor zelfs de opvoeding van kinderen aan oudere broers en zusters wordt overgelaten. Kinderen krijgen daarom weinig of geen aandacht of liefde van hun ouders. Ze hebben vaak een gebrek aan zelfvertrouwen en helaas maken relatief veel van hen er een vroegtijdig eind aan… Dat het, ondanks de beperkte rijkdom, ook goed gaat met Samoans blijkt wel uit het feit dat het over het algemeen erg grote mensen zijn (er is altijd een overvloed aan voedsel; kokosnoten, papaya’s, bananen groeien echt overal). Dat, in combinatie met een overvloed aan enorme tattoeages, maakt het een erg indrukwekkend volkje…