Afgelopen maandag was het Canberra Day in de hoofdstad, maar afgezien van het feit dat het rustig was op straat (want het was een lang weekend voor de inwoners van Act) hebben we daar weinig van gemerkt. Het parlementsgebouw waar zo’n beetje de hele stad omheen gepland is, was open voor bezoek. Toen we daar rondliepen, merkten we op dat we onze eigen Tweede Kamer in Den Haag nog nooit bezocht hebben… wel een beetje fout. Maar daar hebben ze vast niet zo’n mooie vlaggenmast en ook geen origineel van de magna charta van meer dan 700 jaar oud, en in Canberra wel.
Omdat de Canberra Zoo ook een aquarium heeft en we er zeker van wilden zijn dat we tijdens ons bezoek aan Australie minimaal 1 koala zouden spotten, bezochten we daarna het “zooquarium”. Het was zonnig en meer dan 30 graden toen we daar aankwamen, wat tot gevolg had dat alle dieren zo diep mogelijk weggedoken in de schaduw lagen te pitten, en de verblijven een soort zoekplaatje waren. We zijn er in geslaagd om de kangaroes finaal te missen, en de ene koala die ze hadden zat met zijn rugje naar ons toe. En speaking of kangaroes: waar zijn die beesten eigenlijk? Wij herinneren ons van ons vorige bezoek aan dit land dat we ze regelmatig in het wild gezien hebben, maar de score na 5 dagen Australie is nu nog gewoon 0! Zeer teleurstellend…
De rest van de dag zijn we richting de Alpen van Victoria gereden, om uiteindelijk in Albury te overnachten. Vandaag hebben we daar even het uitzicht vanaf het war memorial bekeken, en toen zijn we in de auto gesprongen om via de “Great Alpine Highway” verder naar het zuiden af te zakken. Het plaatsje Beechworth wordt geacht een van de best bewaarde goudstadjes te zijn, maar viel een beetje tegen, al hadden ze wel een paar aardige stenen gebouwen uit die tijd. Als ik aan “Alpen” denk, denk ik aan bergen van 2, 3000 meter hoog met sneeuw erop, maar dat is hier toch anders. Hadden de allerhoogste Nieuw-Zeelandse bergen inderdaad nog besneeuwde toppen, hier is de max. hoogte onder de 2000 meter en is er dus geen sneeuw te zien in de zomer. Een van de bergen, Mount Buffalo, ook een nationaal park, heeft een top waar je tot 100 meter eronder of zo naar toe kunt rijden, dus dat vonden we wel een aardig doel voor een wandeling. En het was ook gaaf: ook al was de top maar iets van 1700 nogwat meter, het was wel echt een platformpje van een paar vierkante meter van waar je 360 graden rondom uitzicht had. Erg mooi! Aan het einde van de dag zijn we in Bairnsdale beland. Het gerucht gaat dat je vanaf hier met de boot naar een nabijgelegen eilandje kunt, waar een kolonie koala’s woont. Dat gaan we morgen zeker onderzoeken!